Koffieconcert van Voci d’Angeli. Bijgewoond op zondagmiddag in de protestantse kerk te Westerblokker.
Zingen vol zelfvertrouwen
Regina Arbouw
Voor de leden van a capellakamerkoor ‘Voci d’Angeli’ was dit koffieconcert wel een echte uitdaging. Het koor zong voor het eerst onder leiding van de nieuwe dirigent Eduardo Lopez en moest het bij deze gelegenheid met twee zangers minder doen. Gelukkig trok het concert behoorlijk belangstelling. Voci zingt werken uit de Renaissance- en de Barokperiode, het programma was niet helemaal chronologisch maar wel heel gevarieerd samengesteld. Het eerste vocale werk klonk tijdens de entree van het koor: het anonieme, 17e eeuwse ‘Intrada a capella’. Leuk gevonden en goed gezongen. Het koor vervolgde met een paar religieuze werken in polyfonie gezongen, de stemmen zingen hun eigen melodie zonder een prominente, muzikale lijn. Twee maal een ‘AveMaria’, van Arcadelt en Monteverdi. Goede samenhang, mooie klank, vooral in de compositie van Monteverdi. De a capellazang vergt concentratie en zuiverheid, beide componenten zijn in het koor aanwezig. In de wereldlijke zang kreeg de zang een lichte, maar merkbare karakterwijziging, met iets meer durf, meer volume en meer zeggingskracht.
Twee dames van het koor waren afwezig. De resterende koorleden zongen vol zelfvertrouwen. De opbouw van het koor is niet heel evenwichtig, er zingen weinig heren. De kwaliteit van de tenoren was uitstekend, de heren hebben een uitstekende techniek en een fabelachtig mooie klank. De bassen vormden een fraaie, stabiele klankbodem in bijna elke melodie. Mooie sopranen, nergens scherp, nergens te prominent. De klank van de alten was warm en melodieus, kortom bij Voci zingen sterke stemmen in samenhangende groepen, goed voor volwaardige meerstemmigheid. In slechts een enkel lied—zoals The Miller of the Dee—was het koor niet in staat deze samenhang tot het einde vast te houden.
Al met al een koor dat er zijn mag, een koor ook dat aan het einde van het concert de aanwezige oud-leden opriep nog eens met het koor mee te zingen. Een hartelijke geste, die resulteerde in een groter koor, een krachtiger geluid. Helaas, het was maar in twee werken.
Als intermezzo speelde koorlid Paul Bakker zes korte werkjes van de Grieks-Armeense componist Gurdjieff, alle met een verschillend karakter. Ze werden heel stevig, met flair ten gehore gebracht.
Noord-Hollands dagblad, 30 maart 2015